Pasen
de steen is weggerold. Het graf houdt ons niet gevangen, De last van de dood is dragelijk geworden: onze God is een god van levenden. Dat krachtige, eeuwige Leven openbaart zich hier en nu. Ik sta op uit pijn en verdriet. Ik recht mijn rug en kijk omhoog. Gelouterd en nieuw gemaakt tuur ik in de verte: Nieuwe, gevleugelde toekomst verschijnt aan de horizon. |