STRO IN DE KRIBBE
Elke week lazen we een opeenvolgend fragment uit het verhaal van Franciscus en de levende kerststal te Greccio. Met Kerstmis lezen we het vijfde, laatste fragment en sluiten hiermee af...
Men heeft het stro dat in de kribbe lag, bewaard opdat de Heer, die al zo vaak zich barmhartig heeft getoond, daardoor paarden en andere dieren zou genezen. En werkelijk zijn veel dieren uit de omgeving, die allerlei kwalen hadden, door het stro te eten daarvan bevrijd. Ook zijn er vrouwen die wanneer ze zware, langdurige barensweeën te verduren hebben, iets van dit stro op zich laten leggen en daarna hun kind voorspoedig ter wereld brengen. Verder komen grote groepen mannen en vrouwen die aan de meest uiteenlopende kwalen lijden, daar bijeen en krijgen de vurig verlangde gezondheid terug. De plaats waar de kribbe stond heeft men als heilige plaats de Heer gewijd. Ter ere van de heilige Vader Franciscus bouwt men boven de kribbe een altaar en een kerk, opdat waar eens dieren vraten, in de toekomst mensen voor de gezondheid van hun lichaam en ziel het vlees eten van het onbevlekte en smetteloze Lam, onze Heer Jezus Christus, die zich eens in de overdaad van zijn onuitsprekelijke liefde voor ons geofferd heeft, maar die nu, God met de Vader en de Heilige Geest, voor altijd glorievol leeft en heerst in alle eeuwigheid. Amen.
Alleluja, Alleluja. 1 Celano 87 - vertaling Hans Sevenhoven
|