Ruil het vergankelijke voor het eeuwige!
Deze brief die Clara naar Agnes van Praag schrijft, is de eerst van de vier brieven die van Clara bewaard zijn gebleven. De rechtstreekse aanleiding tot het schrijven ervan is het nieuws dat Agnes, die koningsdochter is, zal intreden in het klooster dat ze twee jaar ervoor had laten bouwen. Tussen haar kinderjaren en de tijd dat ze beslist in te treden en te gaan leven als Arme Vrouwe zoals Clara in San Damiano doet, heeft Agnes heel wat meegemaakt. Ze was als achtjarige verloofd met de zoon van Keizer Frederik II. Na het verbreken van die verloving komt nog een verloving, na het verbreken daarvan, doet de keizer zelf haar een huwelijksaanzoek. Agnes roept de hulp van Paus Gregorius IV in als ze daarop niet wil ingaan, want een aanzoek van de keizer weigeren was niet zonder gevaar.
Agnes wil een andere weg inslaan. Ze had via de minderbroeders die naar Praag waren gekomen over Franciscus en Clara gehoord en hun levenswijze liet een verlangen in haar groeien. Vanaf nu wil ze haar eigen keuzes maken, ze heeft er genoeg van de speelbal te zijn van mensen, van gebruikt te worden voor het aanzien, de eer en de macht van anderen waarin zij als persoon niet telt. Clara hoorde van de keuze van Agnes. die ging immers als een lopend vuurtje rond in de adellijke kringen. Clara begrijpt wat er in Agnes omgaat want ze kende uit ervaring de moeilijkheden bij het weigeren van een huwelijk en het kiezen van een eigen weg. Hoeveel te meer dan voor Agnes die een zo politiek geladen huwelijk met de keizer zelf weigert.
In haar brief gaat Clara uit van de levenswijze van Agnes als koningsdochter. Die levenswijze zal ze loslaten voor een leven in armoede. Clara gaat in de concrete situatie van Agnes staan en neemt de beelden van de ene levensvorm op en kleurt daarmee de andere levensvorm. Clara laat het hele ruilen van een leven in rijkdom voor een leven in armoede door de 35 verzen van deze brief doorklinken. Clara beschrijft én beleeft de ruil zó dat de echte sieraden, de echte tooi, de echte eer en het echte aanzien deze zijn van armoede en maagdelijkheid. De beelden bruid zijn en leven in rijkdom als bruid van de keizer, buigt Clara bedachtzaam om naar armoede en maagdelijkheid om bruid van Christus te zijn. Deze ruil is de gouden draad doorheen het hele borduurwerk, ze weeft de draden armoede en maagdelijkheid mee tot het einde van de brief.
Clara gebruikt de hele brief door de symboliek van de bruid zijn. De termen uit de bruidsmystiek waren de veelgebruikte manier om de relatie met Jezus Christus woorden te geven. Deze manier ligt ons vandaag veel minder of zelfs helemaal niet. Maar als we goed lezen kunnen we de ervaring die Clara wil meedelen, in onze tijd woorden geven. Macht, eer en rijkdom worden armoede en maagdelijkheid. Deze zijn uiteindelijk de echte rijkdom en maken vrij voor een leven in eenheid met God, met Christus. Clara schroomt niet om bijna lijfelijk te beschrijven waarnaar de ruil Agnes zal brengen. Bijna lyrisch omschrijft ze, -met teksten uit de liturgie van de Heilige Agnes, de martelares en patroonheilige van Agnes,- de liefdesrelatie met Christus.
Agnes wil een andere weg inslaan. Ze had via de minderbroeders die naar Praag waren gekomen over Franciscus en Clara gehoord en hun levenswijze liet een verlangen in haar groeien. Vanaf nu wil ze haar eigen keuzes maken, ze heeft er genoeg van de speelbal te zijn van mensen, van gebruikt te worden voor het aanzien, de eer en de macht van anderen waarin zij als persoon niet telt. Clara hoorde van de keuze van Agnes. die ging immers als een lopend vuurtje rond in de adellijke kringen. Clara begrijpt wat er in Agnes omgaat want ze kende uit ervaring de moeilijkheden bij het weigeren van een huwelijk en het kiezen van een eigen weg. Hoeveel te meer dan voor Agnes die een zo politiek geladen huwelijk met de keizer zelf weigert.
In haar brief gaat Clara uit van de levenswijze van Agnes als koningsdochter. Die levenswijze zal ze loslaten voor een leven in armoede. Clara gaat in de concrete situatie van Agnes staan en neemt de beelden van de ene levensvorm op en kleurt daarmee de andere levensvorm. Clara laat het hele ruilen van een leven in rijkdom voor een leven in armoede door de 35 verzen van deze brief doorklinken. Clara beschrijft én beleeft de ruil zó dat de echte sieraden, de echte tooi, de echte eer en het echte aanzien deze zijn van armoede en maagdelijkheid. De beelden bruid zijn en leven in rijkdom als bruid van de keizer, buigt Clara bedachtzaam om naar armoede en maagdelijkheid om bruid van Christus te zijn. Deze ruil is de gouden draad doorheen het hele borduurwerk, ze weeft de draden armoede en maagdelijkheid mee tot het einde van de brief.
Clara gebruikt de hele brief door de symboliek van de bruid zijn. De termen uit de bruidsmystiek waren de veelgebruikte manier om de relatie met Jezus Christus woorden te geven. Deze manier ligt ons vandaag veel minder of zelfs helemaal niet. Maar als we goed lezen kunnen we de ervaring die Clara wil meedelen, in onze tijd woorden geven. Macht, eer en rijkdom worden armoede en maagdelijkheid. Deze zijn uiteindelijk de echte rijkdom en maken vrij voor een leven in eenheid met God, met Christus. Clara schroomt niet om bijna lijfelijk te beschrijven waarnaar de ruil Agnes zal brengen. Bijna lyrisch omschrijft ze, -met teksten uit de liturgie van de Heilige Agnes, de martelares en patroonheilige van Agnes,- de liefdesrelatie met Christus.
Wanneer u Hem liefhebt bent u kuis
Wanneer u Hem aanraakt, bent u kuis
Wanneer u Hem ontvangt bent u maagd.
Zijn kracht is sterker,
Zijn adeldom verhevener
Zijn aanblik mooier,
Zijn liefde zoeter.
Van Christus ontvangt Agnes wat ze van een politiek gearrangeerde huwelijk met de keizer niet ontvangt. Clara buigt Agnes’ kijken naar wat ze aan pijn en teleurstelling heeft ervaren om, weg van zichzelf, en doet haar kijken naar het leven van Jezus en wat Hij voor ons heeft gedaan. Zij bezingt de Allerhoogste armoede van Hem die arm is geboren, arm leefde en voor ons aan het kruis stierf omdat wij rijk zouden worden. Clara wordt bij het zien van die armoede vervuld van intense vreugde.
Clara beseft de grote liefde van Jezus en die liefde, - leven vanuit die liefde alleen- is voor Clara de allergrootste rijkdom, zij noemt het de Allerhoogste armoede, omdat die liefde ontdaan is van alle streven van het ego en puur en maagdelijk is. Het is voor haar een schat die niet verloren kan gaan, die je niet afgenomen kan worden omdat ze vanbinnen zit, omdat het het enige bezit is dat blijft en het enige bezit is dat er echt toe doet. Dit is een fundamentele ervaring bij Clara.
Ze heeft net als Agnes haar leven in eigen handen genomen, of liever: ze heeft het in Gods handen gegeven. Clara leidt Agnes weg van de onvrij makende uiterlijkheden naar het vrije fundament, de vrije plek in het diepst van haar wezen waar God woont, waar de Liefde woont. Het is worstelen met de steeds terugkerende neiging in ons om ons leven veilig te stellen met eer, bezit en macht. Het kost moeite om het enige wat blijft voor ogen te houden en het leven daarnaar te richten. Dat enige is leven vanuit Gods onvoorwaardelijke liefde in het diepst van ons wezen.
Om die altijd voor ogen te houden, om altijd vandaaruit te leven laat Clara alles los wat onvrije zekerheden zou kunnen geven en valse veiligheid kan bieden. Ze ruilt voor die puurheid van Gods liefde alles in.
Een leven in armoede geeft vervulling als ze de ervaring van ten diepste bemind zijn door Gods onvoorwaardelijke liefde als grondslag, als zekerheid heeft. Zonder deze ervaring, dit diepe besef, heeft een leven in armoede geen fundament. Wie vanuit die liefde leeft, heeft genoeg, kan leven met genoeg. Het bemind zijn is haar rijkdom.
Al het andere heeft geen andere waarde en wil ze niet aanvaarden, dan alleen wat nodig is om te kunnen leven. Dit kiezen voor armoede en maagdelijkheid is een voortdurende keuze. Clara verbindt maagdelijkheid met armoede. De kern, het ‘waarom’ van beide zijn gelijklopend. Maagdelijkheid legt een eigen accent op de armoede en vult het aan. Maar dan dient maagdelijkheid verstaan te worden als een leven dat zich niets of niemand wil toe-eigenen, dat met open hart en open handen in het leven kan staan en liefheeft.
Clara zegt dat het een naakt vechten is. Elke dag weer eisen de vaak subtiele neigingen naar de eigen gerechtigheid, macht, aanzien, het volgen van de eigen wil, van doof zijn voor de nood van anderen, hun plaats op. Elke dag is het een kiezen voor een leven vanuit liefde. Die liefde zal overvloeien naar de anderen, naar de hele schepping die onze broeders en zusters zijn.
Een leven vanuit Gods liefde in ons, een leven in eenheid met Hem is bouwen aan een wereldwijde verbondenheid, aan vrede aan eerbied en mededogen voor alle mensen en voor alles wat leeft, tot we alles en allen onze broeders en zusters kunnen noemen.
De Allerhoogste armoede waarin Franciscus en Clara ons voorgaan is onvoorwaardelijke liefde.
Clara beseft de grote liefde van Jezus en die liefde, - leven vanuit die liefde alleen- is voor Clara de allergrootste rijkdom, zij noemt het de Allerhoogste armoede, omdat die liefde ontdaan is van alle streven van het ego en puur en maagdelijk is. Het is voor haar een schat die niet verloren kan gaan, die je niet afgenomen kan worden omdat ze vanbinnen zit, omdat het het enige bezit is dat blijft en het enige bezit is dat er echt toe doet. Dit is een fundamentele ervaring bij Clara.
Ze heeft net als Agnes haar leven in eigen handen genomen, of liever: ze heeft het in Gods handen gegeven. Clara leidt Agnes weg van de onvrij makende uiterlijkheden naar het vrije fundament, de vrije plek in het diepst van haar wezen waar God woont, waar de Liefde woont. Het is worstelen met de steeds terugkerende neiging in ons om ons leven veilig te stellen met eer, bezit en macht. Het kost moeite om het enige wat blijft voor ogen te houden en het leven daarnaar te richten. Dat enige is leven vanuit Gods onvoorwaardelijke liefde in het diepst van ons wezen.
Om die altijd voor ogen te houden, om altijd vandaaruit te leven laat Clara alles los wat onvrije zekerheden zou kunnen geven en valse veiligheid kan bieden. Ze ruilt voor die puurheid van Gods liefde alles in.
Een leven in armoede geeft vervulling als ze de ervaring van ten diepste bemind zijn door Gods onvoorwaardelijke liefde als grondslag, als zekerheid heeft. Zonder deze ervaring, dit diepe besef, heeft een leven in armoede geen fundament. Wie vanuit die liefde leeft, heeft genoeg, kan leven met genoeg. Het bemind zijn is haar rijkdom.
Al het andere heeft geen andere waarde en wil ze niet aanvaarden, dan alleen wat nodig is om te kunnen leven. Dit kiezen voor armoede en maagdelijkheid is een voortdurende keuze. Clara verbindt maagdelijkheid met armoede. De kern, het ‘waarom’ van beide zijn gelijklopend. Maagdelijkheid legt een eigen accent op de armoede en vult het aan. Maar dan dient maagdelijkheid verstaan te worden als een leven dat zich niets of niemand wil toe-eigenen, dat met open hart en open handen in het leven kan staan en liefheeft.
Clara zegt dat het een naakt vechten is. Elke dag weer eisen de vaak subtiele neigingen naar de eigen gerechtigheid, macht, aanzien, het volgen van de eigen wil, van doof zijn voor de nood van anderen, hun plaats op. Elke dag is het een kiezen voor een leven vanuit liefde. Die liefde zal overvloeien naar de anderen, naar de hele schepping die onze broeders en zusters zijn.
Een leven vanuit Gods liefde in ons, een leven in eenheid met Hem is bouwen aan een wereldwijde verbondenheid, aan vrede aan eerbied en mededogen voor alle mensen en voor alles wat leeft, tot we alles en allen onze broeders en zusters kunnen noemen.
De Allerhoogste armoede waarin Franciscus en Clara ons voorgaan is onvoorwaardelijke liefde.
Ja, het is een grote en lofwaardige ruil
het vergankelijke in plaats van het eeuwige te verlaten,
het hemelse in plaats van het aardse te winnen.