Vragen ter overweging
Als ik in de spiegel kijk, met welke blik kijk ik mezelf aan? Is mijn blik hard en oordelend, ontwijkend en angstig, of zacht en bemoedigend?
”Wij moeten niet arm worden: wij zijn arm”: waar ligt mijn eigen armoede en kan ik die onder ogen komen in de spiegel? Clara toont ons drie aspecten van de spiegel die Jezus ons voorhoudt: de kribbe, de nederigheid en het kruis? In welk aspect herkennen wij ons het gemakkelijkst? Werkt de spiegel van de arme Jezus voor ons bevrijdend en verlossend? Waarom wel/niet? Hoe zou het voelen om in de spiegel ons eigen stralend en vrij gelaat te mogen zien, gelijkend op Jezus? |