Engelen in de schatkamer
van je eigen hart
Je vindt hieronder de uitgeschreven tekst van de getuigenis. In de YouTubevideo zijn ook ondertitels voorzien.
Getuigenis van Jonas Slaats
Heb ik ooit een engel ontmoet? Dat is heel goed mogelijk dat ik ooit een engel ontmoet heb, maar ik weet dat zo niet. Ik vind dat heel interessante concepten die engelen, ook omdat ze al zolang mee gaan. Het is iets in niet alleen in de christelijke traditie maar in zodanig veel tradities, het idee dat er wezens zijn gelijk engelen, die je omringen en die je helpen dan heel vaak. Dus nee, ik heb zelf niet gevoel dat ik een engel ontmoet heb.
Waarvan ik wel het gevoel soms heb, is dat ik het engelachtige in mensen kan herkennen, dat die mensen erop het juiste moment zijn wanneer dat je ze nodig hebt. En dan worden zij een beetje een engel. Dus dan kan ik op dat moment al niet uitsluiten dat zij door een soort engelenenergie naar daar toe bewogen zijn of zoiets. Maar dat maakt nog niet dat concept waar dat veel mensen aan denken als ze het over engelen hebben, zo echt wezentjes die in een soort geestelijke wereld aanwezig zijn, alleen een geestelijke wereld die niet van ons afstaat, die ons omgeeft en die van daaruit met ons bezig zijn. Maar het is niet omdat ik niet gevoel heb dat ik nog geen engelen echt concreet gevoeld of ervaren of gezien heb, dat ik niet geloof dat die er zijn. Ik ben eigenlijk vrij agnostisch op dat vlak, ergens naar de kant van 'ja, volgens mij zijn er waarschijnlijk wel van die geestelijke identiteiten tussen ons en het goddelijke, die geen lichamelijke vorm hebben zoals dat wij lichamelijke vorm hebben'. Maar ik denk dat als ik aan engelen denk, dat ik dat dan vooral zie als spirituele aanwezigheden en krachten. Dus een beetje onpersoonlijker, niet echt geestelijke wezens, maar wel geestelijke, misschien wel entiteiten, misschien is dat wel een goed woord, maar dan meer in hun fluïde, krachtachtige manier.
Waarvan ik wel het gevoel soms heb, is dat ik het engelachtige in mensen kan herkennen, dat die mensen erop het juiste moment zijn wanneer dat je ze nodig hebt. En dan worden zij een beetje een engel. Dus dan kan ik op dat moment al niet uitsluiten dat zij door een soort engelenenergie naar daar toe bewogen zijn of zoiets. Maar dat maakt nog niet dat concept waar dat veel mensen aan denken als ze het over engelen hebben, zo echt wezentjes die in een soort geestelijke wereld aanwezig zijn, alleen een geestelijke wereld die niet van ons afstaat, die ons omgeeft en die van daaruit met ons bezig zijn. Maar het is niet omdat ik niet gevoel heb dat ik nog geen engelen echt concreet gevoeld of ervaren of gezien heb, dat ik niet geloof dat die er zijn. Ik ben eigenlijk vrij agnostisch op dat vlak, ergens naar de kant van 'ja, volgens mij zijn er waarschijnlijk wel van die geestelijke identiteiten tussen ons en het goddelijke, die geen lichamelijke vorm hebben zoals dat wij lichamelijke vorm hebben'. Maar ik denk dat als ik aan engelen denk, dat ik dat dan vooral zie als spirituele aanwezigheden en krachten. Dus een beetje onpersoonlijker, niet echt geestelijke wezens, maar wel geestelijke, misschien wel entiteiten, misschien is dat wel een goed woord, maar dan meer in hun fluïde, krachtachtige manier.
Ik zie dus engelen vooral als spirituele aanwezigheden, als fluïde krachten.
En nu komt de volgende stap van hetgeen dat ik wel al mogen ervaren heb, dat is het idee dat degenen die zo dicht staan bij God, dat die werkelijk niks anders doen, dan constant het goddelijke danken en eren en loven en prijzen. Dus al heb ik nooit het gevoel gehad van hier ben ik een engel tegen gekomen, tenzij door mensen heen. Ik heb wel het gevoel dat ik het koor van engelen al heb horen zingen. En dan bedoel ik het natuurlijk extreem metaforisch, maar ik kan ook wel geen andere metafoor bedenken. En dan gaat het over in gebed of meditatie op die ondergrond van het bestaan komen, waar dat je voelt dat die laag die dichtste staat bij het goddelijke en die we ook in onszelf ergens kunnen ontwaren, dat als je daar volledig in zou bestaan en alleen maar daarin zou bestaan, dat je dan ook één en al lofzang wordt en dat er niks anders meer over blijft dan het bejubelen van het feit dat God de ene is en dat Hij is.
Engelen zijn één en al lofzang in het bejubelen van het feit dat God de ene is en dat Hij is.
Zou een mens iets speciaals nodig hebben om de engelen te kunnen voelen, ervaren, zien... Nee, ik denk het niet. Maar dat is hetzelfde met het goddelijke natuurlijk. Het is het in het naar binnen keren. Het is daar dat we het goddelijke finaal vinden. Waarom? Omdat daar onze connectie zit. Het goddelijke is, bewust zijn geest, ziel noemt maar op. Wij zijn bewust zijn geest, ziel als mens. Het is daar dat we dat de twee elkaar raken en elkaar kunnen omarmen, om het zo te zeggen. Dus die engelen ook, denk dat je die verschillende lagen, die uitstralen vanuit het goddelijke licht, dat je die één voor één binnen in jezelf, binnen in je ziel, kunt voelen, ontdekken; dat er daar heel schatkamer zit in je eigen hart, als je die schatkist open doet, dat daar dan die engelen te vinden zijn. Dus ik denk niet dat je daarin een speciaal zintuig voor nodig hebt.
Als je de schatkist van je eigen hart opendoet zal er er engelen aantreffen.
Ik denk wel dat, misschien als engelen niet lichamelijk zijn en wel veel meer energetische krachten, dan zijn ze per definitie ook proces, zijn ze per definitie ook relatie. We hebben nogal de neiging van in termen van dingen te denken, omdat we in een vormelijke wereld zitten, maar dat is nu één van de mooiste elementen aan de Drie-eenheid, aan het concept van de Drie-eenheid: is dat God relatie wordt en dynamiek van het ene in het anderen en omgekeerd. Ik kan er dus best wel in mee dat engelen per definitie ook een zichzelf gevend aspect hebben en dan weer een optrekkend aspect als wij ons aan die engelen geven, want dan komt onze relatie natuurlijk. Dus het 'ja' zeggen aan de stroom die tussen het goddelijke en ons gaat. Misschien dat daar wel veel mee te maken heeft ook, die engelen. Dat zij ons oproepen tot dat 'ja' zeggen. Zodat wij ons dan kunnen overgeven. Maar het overgeven is finaal wel aan God natuurlijk en niet aan de engelen op zich. Maar misschien zit daar wel ook. Als we daarover nadenken, het is interessant want het gebeurt weinig vandaag.
Engelen nodigen ons uit om 'ja' te zeggen aan die relationele stroom tussen ons en het goddelijke.
Maar als we grondig over nadenken, dan moeten we misschien ook over potentiële valkuilen nadenken en ik denk dat daar een potentiële valkuil zit. Dat mensen veel te veel als er dan over beginnen denken als wezens, een aparte entiteit en dat ze te veel afhankelijk beginnen worden van die entiteiten. En was het de die dan zien als hetgeen dat je dan gaat redden en dat ze eigenlijk het goddelijke zelf een beetje vergeten, omdat ze veel meer verloren lopen in tallozen, verschillende vormen van energieën en de mogelijke verhalen en concepten en categorieën die je daar allemaal kunt bij bedenken, laten we zeggen dat er verschillende tradities daar niet vreemd aan zijn, dat dat vaak wel een keer gebeurd is in de geschiedenis. En ik denk dat je dat vandaag ook wel ziet. Sommige hedendaagse spiritualiteiten: Engelen zijn super populair. Engelen zijn eigenlijk bizar genoeg populairder dan het woord 'god' op zich. Misschien dat God ons te veel overstijgt en dat dus goed is dat die engelen die tussenlaag kunnen vormen, tussen ons en het goddelijke. Maar finaal moet ons 'ja' zeggen, wel naar dat goddelijke toe zijn. En dat is ook, als die engelen er zijn, is datgene waar dat ze volgens mij ons ook toe uitnodigen.
Het engelenkoor zie ik als gemaakt uit licht: als gloed in gloed in gloed in gloed...
Hoe zou ik engelen afbeelden als ik een kunstenaar was die dat goed kon om dat soort ideeën en concepten uit te beelden? Ik weet het niet goed. Het is eigenlijk, ik denk dat ik spontaan misschien zou neigen om de klassieke beelden gewoon te bewaren en opnieuw te doen. Zoals dat ik daar straks al zei, het koor van de engelen, daar is een beetje nu dat ik het aanvoel. En ik weet dus niet of dat een metafoor beter kunt maken dan een metafoor. Ja, ik bedoel het zo niet, niet in zijn fysieke lichamelijke zin, maar het geeft wel iets van die jubelklank weer, dus ik denk dat ik al gauw zo 'n koor uit tekenen. Maar als ik dat niet zou doen, als ik van dat figuurlijke zou weggaan, dan zou ik proberen een schilderij maken dat later uit licht bestaat. Maar op dat vlak ben ik geen goede kunstenaar, ik weet niet wat ik zou moeten doen, maar een schakering van gloed, van gloed in gloed in gloed in gloed. Ik heb geen flauw idee hoe je dat zou moeten schilderen, maar ik denk dat iemand dit kan, dan misschien best wel kan.