Voor te lezen tekst staat tussen aanhalingstekens
800 jaar geleden leefde er in Italië een klein mannetje met een gekke naam, Francesco. Als kind wou hij ridder worden. Twee keer heeft hij het geprobeerd en twee keer was het een mislukking: de eerste keer werd hij gevangen genomen, de tweede keer werd hij ziek. Francesco wist niet zo goed wat hij nu met zijn leven moest doen. Hij ging bidden in vervallen kerkjes dat hij wat opknapte en leerde de mensen kennen die buiten de stadsmuren leefden: rovers, zieken, troubadours, armen... Het werden zijn vrienden. Francesco las ook de verhalen over Jezus en merkte dat Jezus ook de zieke en arme mensen opzocht. Hij wou net als Jezus leven: hij wilde geen ridder meer zijn maar een vredebrenger: hij wilde ook heel eenvoudig tussen de mensen leven.
In 1223, een paar dagen voor Kerstmis trok Francesco naar zijn vriend Giovanni in het dorpje van Greccio. Omdat Francesco wat ziekjes was en slecht te been, ging er ook een ezel met hem mee onderweg. Gaan wij met Francesco op stap? En nemen we wat spullen mee voor onderweg? Hier zijn een herdersstaf en wat hooi!
De herderstaf en de bundel hooi worden meegedragen.
Iemand draagt de rugzak met daarin de frangipannekes en de kaarsjes.
Eventueel gaat ook de Franciscus-pop mee op stap.
Iemand draagt de rugzak met daarin de frangipannekes en de kaarsjes.
Eventueel gaat ook de Franciscus-pop mee op stap.