Inleiding op de vier brieven van Clara aan Agnes van Praag
Clara van Assisi (1193-1253) is één van de weinige middeleeuwse vrouwen van wie geschriften zijn overgeleverd. De meeste vrouwen waren ongeletterd en schrijven werd eerder beschouwd als mannenwerk. Waarschijnlijk is Clara’s correspondentie omvangrijk geweest en kennen wij er maar een klein deel van.
Clara schreef vier brieven aan Agnes van Praag (1211-1282), de dochter van de koning van Bohemen. Ondanks de vele huwelijksaanzoeken, zelfs van de Duitse keizer, koos zij resoluut om de levenswijze van Clara te volgen. De eerste brief die Clara haar stuurde bemoedigde Agnes in haar keuze om haar koninklijke leven te ruilen voor een eenvoudig, religieus leven in navolging van de 'arme Gekruisigde'. Mogelijke brieven van Agnes van Praag aan Clara zijn niet teruggevonden.
BRIEVEN ALS BORDUURWERKEN
De brieven van Clara zijn geschreven in een gecompliceerd Latijn vol citaten en verwijzingen naar de Schrift en de liturgie, m.n. ook het officie van de heilige martelares Agnes van Rome. Clara beheerste het Latijn beter dan Franciscus. Waarschijnlijk koos ze voor een verfijnde schrijfstijl omdat ze gericht waren aan Agnes van Praag, de koningsdochter van Bohemen. Volgens de middeleeuwse stijlregels moest je voor een hoogstaand persoon een verfijnde stijl gebruiken.
Clara schrijft levendig en bloemrijk. Het ritme, de klanken, het woordgebruik en de zinsbouw zijn erg poëtisch. Dit is in de Nederlandse vertaling niet altijd terug te vinden. Haar brieven waren echte borduurwerken.
Clara volgt de gangbare opbouw van een brief, volgens de regels van de middeleeuwse schrijfkunst:
De brieven hadden een semi-publiek karakter. We mogen aannemen dat ze werden (voor)gelezen in de communauteit van Agnes in Praag. |
|