Luisteren,
ruimte en tijd maken
om aandacht te geven
wat aandacht nodig heeft!
Prijs en zegen mijn Heer, dank en dien hem in grote nederigheid.
Met Aswoensdag beginnen we met de laatste strofe van het Zonnelied. Het is als een soort refrein op heel het Zonnelied.
Het nodigt ons uit om te danken, te prijzen, te dienen. God echt ook te loven om die goedheid die in de schepping zit.
En dat te doen met nederigheid.
Nederigheid wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Het klinkt alsof we ons klein moeten maken, alsof we ons moeten herinneren dat we van stof en as zijn, dat we niet veel waard zijn. Dat is niet wat nederigheid wil zeggen.
Nederigheid heeft via het Latijn verband met humus, met grond. Het betekent dat we geaard mogen zijn, dat we mogen kijken wie we echt zijn en dat ook ten volle omarmen. Want al het goede dat in ons is, wordt door God gezegend. Alles.
Met de vasten worden we eigenlijk uitgenodigd om in die positieve energie te gaan staan. Om ruimte te maken om God te kunnen danken voor al het goede. En tegelijk die aandacht ook om te keren naar wat aandacht nodig heeft. Wat niet genoeg aandacht krijgt. Wat gebroken is. Onbeluisterd verdriet. Dingen die nooit de aandacht krijgen omdat ze ondergesneeuwd geraken doorheen de drukte van het dagelijks bestaan.
Die aandacht naar binnen keren. Daar een soort helingsproces beginnen. Dat zorgt ervoor dat je opnieuw in die positieve dynamiek komt staan. Dat je dat ook kan integreren in wat goed is en wat door God gezegend wordt.
Ook dat we dit niet langer doorgeven aan anderen. Dat we alleen het goede doorgeven aan anderen. Dat is dit een hele mooie interpretatie is van was woensdag: we krijgen veertig dagen tijd om ruimte en tijd te maken. Om onze aandacht te keren naar datgene wat echt om aandacht smeekt.
Zo staan we eigenlijk met onze twee voeten op de grond: in onze eigen waarheid. We omarmen al hetgene, zowel het positieve als hetgene wat nog niet in die positiviteit kan gebracht worden. Dat omarmen we.
Dat creëert als vanzelf een nieuwe ruimte om relaties te helen. Om naar anderen toe te stappen. En een positieve kwetsbaarheid uit te stralen. Mensen ook uit te nodigen om zelf ook aan de slag te gaan. Met datgene wat moet beluisterd zijn.
Op Aswoensdag worden we herinnerd dat we van stof en as zijn. Maar dat betekent niet dat we nietig zijn. Dat we niets waard zijn. Het betekent gewoon dat ons leven kostbaar is. Dat er ons een tijd gegeven is. Waarbinnen we dat goede kunnen waarmaken, het goede kunnen doorgeven, kunnen danken, en die vreugde ook beleven.
Moge de vasten een hele mooie vreugdevolle tijd zijn
waarin we ons gezegend weten en waarin we eindelijk eens aandacht geven aan wat aandacht echt nodig heeft.
Jij die wonderbare dingen doet
Keer ons om en maak ons vrij
Wek in ons die liefdevolle kracht.
Draag door ons het goede uit.
Met Aswoensdag beginnen we met de laatste strofe van het Zonnelied. Het is als een soort refrein op heel het Zonnelied.
Het nodigt ons uit om te danken, te prijzen, te dienen. God echt ook te loven om die goedheid die in de schepping zit.
En dat te doen met nederigheid.
Nederigheid wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Het klinkt alsof we ons klein moeten maken, alsof we ons moeten herinneren dat we van stof en as zijn, dat we niet veel waard zijn. Dat is niet wat nederigheid wil zeggen.
Nederigheid heeft via het Latijn verband met humus, met grond. Het betekent dat we geaard mogen zijn, dat we mogen kijken wie we echt zijn en dat ook ten volle omarmen. Want al het goede dat in ons is, wordt door God gezegend. Alles.
Met de vasten worden we eigenlijk uitgenodigd om in die positieve energie te gaan staan. Om ruimte te maken om God te kunnen danken voor al het goede. En tegelijk die aandacht ook om te keren naar wat aandacht nodig heeft. Wat niet genoeg aandacht krijgt. Wat gebroken is. Onbeluisterd verdriet. Dingen die nooit de aandacht krijgen omdat ze ondergesneeuwd geraken doorheen de drukte van het dagelijks bestaan.
Die aandacht naar binnen keren. Daar een soort helingsproces beginnen. Dat zorgt ervoor dat je opnieuw in die positieve dynamiek komt staan. Dat je dat ook kan integreren in wat goed is en wat door God gezegend wordt.
Ook dat we dit niet langer doorgeven aan anderen. Dat we alleen het goede doorgeven aan anderen. Dat is dit een hele mooie interpretatie is van was woensdag: we krijgen veertig dagen tijd om ruimte en tijd te maken. Om onze aandacht te keren naar datgene wat echt om aandacht smeekt.
Zo staan we eigenlijk met onze twee voeten op de grond: in onze eigen waarheid. We omarmen al hetgene, zowel het positieve als hetgene wat nog niet in die positiviteit kan gebracht worden. Dat omarmen we.
Dat creëert als vanzelf een nieuwe ruimte om relaties te helen. Om naar anderen toe te stappen. En een positieve kwetsbaarheid uit te stralen. Mensen ook uit te nodigen om zelf ook aan de slag te gaan. Met datgene wat moet beluisterd zijn.
Op Aswoensdag worden we herinnerd dat we van stof en as zijn. Maar dat betekent niet dat we nietig zijn. Dat we niets waard zijn. Het betekent gewoon dat ons leven kostbaar is. Dat er ons een tijd gegeven is. Waarbinnen we dat goede kunnen waarmaken, het goede kunnen doorgeven, kunnen danken, en die vreugde ook beleven.
Moge de vasten een hele mooie vreugdevolle tijd zijn
waarin we ons gezegend weten en waarin we eindelijk eens aandacht geven aan wat aandacht echt nodig heeft.
Jij die wonderbare dingen doet
Keer ons om en maak ons vrij
Wek in ons die liefdevolle kracht.
Draag door ons het goede uit.