Katia's Zonnelied
Een zonnelied
Ik weet U, Allerhoogste
in de stroom van de rivier,
het razen van het water,
het glooien van de heuvels.
Ik zie U,
in de buiteling van de zwaluw,
de dans van het vuurvliegje,
het gescharrel van de egel.
Ik hoor U,
in het tomeloos gefluister van het riet,
het gras dat groeit,
de stilte voor de storm.
Ik voel U, God
in de verte van de avondlucht,
de kleuren van de nacht,
hoe dauw een deken over de akker legt.
Ik raak aan U
in de naaktheid van pas ontgonnen aarde,
de stilte onder het wateroppervlak,
de wijdheid van mijn bestaan.
Ik huiver U
en heb U lief
bij leven
en bij sterven.
Bij sterven
en weer leven.
Dan weet u mij.
Dan weet u mij.
----
Katia Van Cleynenbreugel
Ik weet U, Allerhoogste
in de stroom van de rivier,
het razen van het water,
het glooien van de heuvels.
Ik zie U,
in de buiteling van de zwaluw,
de dans van het vuurvliegje,
het gescharrel van de egel.
Ik hoor U,
in het tomeloos gefluister van het riet,
het gras dat groeit,
de stilte voor de storm.
Ik voel U, God
in de verte van de avondlucht,
de kleuren van de nacht,
hoe dauw een deken over de akker legt.
Ik raak aan U
in de naaktheid van pas ontgonnen aarde,
de stilte onder het wateroppervlak,
de wijdheid van mijn bestaan.
Ik huiver U
en heb U lief
bij leven
en bij sterven.
Bij sterven
en weer leven.
Dan weet u mij.
Dan weet u mij.
----
Katia Van Cleynenbreugel