Zalig zij
die vergeven en verdragen
Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig die dat dragen in vrede,
want door u Allerhoogste worden ze gekroond.
De eerste versie van het Zonnelied eindigde met de strofe van Zuster, Moeder Aarde. Maar toen raakten de bisschop en de Podestà van Assisi in onmin en het conflict escaleerde en Franciscus zag het met lede ogen aan. En toen heeft hij een nieuwe strofe op het Zonnelied geschreven over mensen die elkaar vergeven en ziekte en verdrukking dragen. Hij heeft zijn medebroeders opgeroepen om te gaan zingen voor de bisschop en de Podestà en beide kwamen tot verzoening en legden het conflict bij.
Franciscus wou ook dat het lied verzoening bracht, dat het mensen vreugdevol stemde. En hij wou eigenlijk broeder Pacifico, een medebroeder die een gekend dichter was, de wereld als troubadour insturen om het Zonnelied te zingen, mensen tot boete te brengen, maar ook vooral vreugde in hun hart te laten voelen. Het Zonnelied moet dus gezongen worden, moet mensen vreugdevol stemmen. Maar het moet ook aanzetten tot vergeving, tot boetedoening.
En dan wringt het een beetje als er staat ziekte en verdrukking dragen, omdat het zo moeilijk is. Ziekte en verdrukking gooien roet in het eten, halen heel ons leven ondersteboven en alle plannen die we maakten vallen in duigen. En dan is het moeilijk om iets te aanvaarden wat zomaar op ons pad komt, wat pijn doet, wat ons onrecht aanduwt. We gaan spontaan ook in de verdediging. Er is heel veel weerstand.
En toch vraagt Franciscus van ons om dat te dragen. En in dat dragen is het een soort transformeren. Het kwade dat ons wordt aangedaan... We worden daardoor door Franciscus opgeroepen om dat niet door te geven, maar om dat op ons te nemen, ons eigen kruis te dragen en het zo te transformeren dat we toch opnieuw iets van dat goede kunnen uitstralen, om als gelouterd mens toch ergens opnieuw vrede te nemen met wat ons overkomt.
En dan staat daar die zaligspreking. Gelukkig de mens die dat in vrede draagt, want door u Allerhoogste worden zij gekroond. In heel het Zonnelied vinden we geen expliciete verwijzing naar Jezus terug.
Maar hier merken we misschien toch iets op van die draagkracht van Jezus om zijn kruis op te nemen en om... Vandaag start ook het triduüm. Om in heel dat passieverhaal een dragende rol op zich te nemen en het zo te dragen dat er toch een hele grote kracht vanuit gaat en dat we een nieuwe weg te leven kunnen ontwaren, zelfs voorbij de dood, zelfs in het diepste duister. De Allerhoogste wordt hier opnieuw genoemd.
Het is de naam van Franciscus die Franciscus aan God gaf en die hier vier keer klinkt in het Zonnelied. De Allerhoogste is met ons. Hij bemoedigt ons en hij kroont ons wanneer we hetgeen wat ons overkomt zo kunnen transformeren dat het opnieuw ten goede keert.
Jij die wonderbare dingen doet.
Keer ons om en maak ons vrij.
Wek in ons die liefdevolle kracht.
Draag door ons het goede uit.
vergiffenis schenken en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig die dat dragen in vrede,
want door u Allerhoogste worden ze gekroond.
De eerste versie van het Zonnelied eindigde met de strofe van Zuster, Moeder Aarde. Maar toen raakten de bisschop en de Podestà van Assisi in onmin en het conflict escaleerde en Franciscus zag het met lede ogen aan. En toen heeft hij een nieuwe strofe op het Zonnelied geschreven over mensen die elkaar vergeven en ziekte en verdrukking dragen. Hij heeft zijn medebroeders opgeroepen om te gaan zingen voor de bisschop en de Podestà en beide kwamen tot verzoening en legden het conflict bij.
Franciscus wou ook dat het lied verzoening bracht, dat het mensen vreugdevol stemde. En hij wou eigenlijk broeder Pacifico, een medebroeder die een gekend dichter was, de wereld als troubadour insturen om het Zonnelied te zingen, mensen tot boete te brengen, maar ook vooral vreugde in hun hart te laten voelen. Het Zonnelied moet dus gezongen worden, moet mensen vreugdevol stemmen. Maar het moet ook aanzetten tot vergeving, tot boetedoening.
En dan wringt het een beetje als er staat ziekte en verdrukking dragen, omdat het zo moeilijk is. Ziekte en verdrukking gooien roet in het eten, halen heel ons leven ondersteboven en alle plannen die we maakten vallen in duigen. En dan is het moeilijk om iets te aanvaarden wat zomaar op ons pad komt, wat pijn doet, wat ons onrecht aanduwt. We gaan spontaan ook in de verdediging. Er is heel veel weerstand.
En toch vraagt Franciscus van ons om dat te dragen. En in dat dragen is het een soort transformeren. Het kwade dat ons wordt aangedaan... We worden daardoor door Franciscus opgeroepen om dat niet door te geven, maar om dat op ons te nemen, ons eigen kruis te dragen en het zo te transformeren dat we toch opnieuw iets van dat goede kunnen uitstralen, om als gelouterd mens toch ergens opnieuw vrede te nemen met wat ons overkomt.
En dan staat daar die zaligspreking. Gelukkig de mens die dat in vrede draagt, want door u Allerhoogste worden zij gekroond. In heel het Zonnelied vinden we geen expliciete verwijzing naar Jezus terug.
Maar hier merken we misschien toch iets op van die draagkracht van Jezus om zijn kruis op te nemen en om... Vandaag start ook het triduüm. Om in heel dat passieverhaal een dragende rol op zich te nemen en het zo te dragen dat er toch een hele grote kracht vanuit gaat en dat we een nieuwe weg te leven kunnen ontwaren, zelfs voorbij de dood, zelfs in het diepste duister. De Allerhoogste wordt hier opnieuw genoemd.
Het is de naam van Franciscus die Franciscus aan God gaf en die hier vier keer klinkt in het Zonnelied. De Allerhoogste is met ons. Hij bemoedigt ons en hij kroont ons wanneer we hetgeen wat ons overkomt zo kunnen transformeren dat het opnieuw ten goede keert.
Jij die wonderbare dingen doet.
Keer ons om en maak ons vrij.
Wek in ons die liefdevolle kracht.
Draag door ons het goede uit.