"Frederike, mijn vriendin is terminaal. Het zal niet lang meer duren. Ze heeft ons allemaal uitgenodigd om haar afscheid te vieren. Vorig jaar, rond dezelfde tijd, liepen we nog door onze tuin en was ze toen helemaal vertederd door onze magnolia die toen bloeide. Ik pluk enkele bloemen voor ik naar het ziekenhuis vertrek. Met magnoliabloemen, bubbels en amandelkoekjes staan we rond haar ziekenhuisbed. De tranen dringen in onze ogen. Maar zij is rustig en blij dat we er allemaal zijn. Ze kijkt ons één voor één aan en lacht. De drukte kost haar zichtbaar moeite. De pastorale werkster zegent haar en ons. Frederike zegt niets. Dat hoeft ook niet. We nemen afscheid. ’s Nachts is ze alleen vertrokken." (Anna)