Franciscus deelt niet in de haat,
noch in de vloek van de inwoners van Gubbio.
Broeder, noemt hij de bloeddorstige vijand.
Met het kruis zegent hij hem zelfs:
vrede en heil aan de wolf.
Een kordaat gebod volgt:
“In naam van Christus, doe geen kwaad”
en de wolf werpt zich voor zijn voeten.
Franciscus schept een positieve ruimte
van liefde en verbondenheid,
dankzij en ondanks het onrecht
dat helder benoemd en erkend wordt.
Een naakte ruimte
van waarheid én barmhartigheid
waarin de wolf weer kan ademen
en beseffen dat hij méér is dan zijn zonden.
noch in de vloek van de inwoners van Gubbio.
Broeder, noemt hij de bloeddorstige vijand.
Met het kruis zegent hij hem zelfs:
vrede en heil aan de wolf.
Een kordaat gebod volgt:
“In naam van Christus, doe geen kwaad”
en de wolf werpt zich voor zijn voeten.
Franciscus schept een positieve ruimte
van liefde en verbondenheid,
dankzij en ondanks het onrecht
dat helder benoemd en erkend wordt.
Een naakte ruimte
van waarheid én barmhartigheid
waarin de wolf weer kan ademen
en beseffen dat hij méér is dan zijn zonden.