In de ogen van God
Vertellend, met beelden en ervaringen
die heel herkenbaar zijn, gidst Franciscus de broeders – terug - naar de essentie van hun roeping. De contrasten worden uitvergroot om zijn onderricht te verduidelijken. Franciscus wil aan broeder Leo, en aan àlle broeders, een diepere boodschap meegeven en wijst de weg naar God: ‘Want zoveel als de mens is in de ogen van God, zoveel is hij en niet meer.’ (Wijsheidspreuk 19) In de relatie tot God krijg je je ware identiteit. Je hoeft het niet buiten jou te zoeken, want ‘Je bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zoveel van jou.’ (Jesaja 43,4) De weg naar God verloopt via de zelfkennis van de broeders. Vreugde, enkel gebaseerd op de roem van anderen, is zo vergankelijk, en kwetsbaar. Men is geneigd om die roem angstvallig vast te houden of zich er mee te identificeren. Maar gelukkig de dienaar die onverstoorbaar blijft zowel bij lof als bij misprijzen. Gelukkig de minder-e-broeder die bereid is te dienen, vrij van de nood aan bevestiging door anderen. Dààr wordt echte vreugde duurzaam. |