Voorbij het min mannetje
Voor Franciscus wordt het alsmaar erger. De bescherming waar hij zo naar uitkijkt, die hij zo nodig heeft, komt er niet. Hij is maar een min mannetje om te zien. ‘ Broeder zijn’, helpt niet meer. Franciscus probeert nog een keer: misschien wil de portier hem wel binnenlaten ‘om de liefde Gods’. Misschien kijkt de broeder wel voorbij het min mannetje en biedt hij erbarmen vanuit ‘de liefde Gods’ die zeker ook in hem aanwezig is. Maar nee, ook door de liefde Gods opent de poort niet. |