"Jullie die voorbijkomen, kijk allemaal aandachtig:
is er lijden zo groot als mijn lijden? Veel honden hebben mij omsingeld, een bende booswichten heeft mij belaagd. Ze hebben mij met onbeschaamde blik aangestaard, ze hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld en over mijn kleed het lot geworpen. Ze hebben mijn handen en voeten doorboord en al mijn beenderen geteld. Ze hebben tegen mij hun muil opengesperd, als een brullende leeuw op rooftocht. Als water ben ik uitgegoten en al mijn beenderen zijn verspreid. Mijn kracht is uitgedroogd als een potscherf en mijn tong is vastgekleefd aan mijn gehemelte. Ze hebben mij gal te eten gegeven en mijn dorst met azijn gelest. Tot in het stof van de dood hebben ze mij neergetrokken Ik ben ingeslapen en ik ben verrezen en mijn allerheiligste Vader heeft mij met luister ontvangen." Franciscus' Psalm 6 |