"De Heer heeft tot Adam gezegd: ‘Eet van iedere boom, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad mag je niet eten.’ Van iedere boom in het paradijs kon hij eten, omdat hij niet zondigde, zolang hij niet tegen de gehoorzaamheid inging. Maar diegene eet van de boom van de kennis van het goede, die zijn wil als zijn eigendom beschouwt en prat gaat op het goede dat de Heer in hem zegt of bewerkt. En de vrucht hiervan is door de ingeving van de duivel en de overtreding van het gebod de kennis van het kwaad geworden. Daarom moet hij straf ondergaan." Wijsheidsspreuk 2 |