Mijn broeder of zuster
is soms veraf, in ruimte of tijd. Een overleden vriend, een collega van destijds een buur die nu in het buitenland woont. Zij verdwijnen uit mijn aandacht. ‘Uit het oog, uit het hart’. Het leven is zo druk. Mijn broeder die veraf is, heb ik hem nog lief? Onderhoud ik de draad van verbondenheid in mijn gedachten, in een bericht, in een foto… Of mijn liefde voor mijn broeder écht is, kan ik toetsen in mijn spreken. Zeg ik alleen maar wat ik met liefde in zijn bijzijn kan zeggen? Als dat niet zo is, is mijn spreken zo snel roddelen. |
Ik kan kritiek uiten op mijn broeder, als ik de moed heb om het ‘in zijn bijzijn met liefde te zeggen’.
Een broeder aanspreken op zijn gedrag is moeilijk en toch: liefde vraagt soms confrontatie.
Wie ‘met liefde spreekt’ zal gehoord worden. Vroeg of laat…
|