Kijk aandachtig naar Jezus: spiegel je in Hem!
De vierde brief is waarschijnlijk een afscheidsbrief die Clara schreef met de dood voor ogen. Clara beschrijft er wat er haar ten diepste bewogen heeft en beweegt.
In bijna mystieke bewoordingen, verwijzend naar het Hooglied, lezen we hoe Clara geleefd heeft vanuit de verbondenheid met Jezus. Haar goede raad voor Agnes is dan ook ondubbelzinnig.
In bijna mystieke bewoordingen, verwijzend naar het Hooglied, lezen we hoe Clara geleefd heeft vanuit de verbondenheid met Jezus. Haar goede raad voor Agnes is dan ook ondubbelzinnig.
Kijk naar Jezus. Richt al je aandacht op Hem. Kijk met heel je wezen. Spiegel je in Hem.
Wie de lyrische taal van Clara leest, komt in de verleiding om deze brief te lezen als zou Clara Agnes de weg wijzen naar de mystieke verbondenheid met Jezus.
Het beeld van de spiegel voorkomt echter dat we de mystieke toer opgaan. Want spiegelen heeft te maken met erkennen en aanvaarden wie we echt zijn. Niet met wie we graag zouden zijn. Niet met wie we in onze dromen en verwachtingen zijn.
Spiegelen doe je immers om jezelf in beeld te krijgen. Vreemd genoeg zijn er delen aan onszelf die we zonder spiegel niet kunnen zien. In de spiegel ontdekken we bijvoorbeeld hoe ons gezicht er uit ziet. Zonder spiegel zouden we onszelf niet herkennen.
Ook onze achterkant, onze schaduwkant krijgen we zonder spiegel niet in zicht. De spiegel toont ons onze diepste eigenheid Ons leren identificeren met ons spiegelbeeld is niet vanzelfsprekend: een peuter moet leren om in dat kind dat haar tegemoet kijkt vanuit het spiegelbeeld ik te herkennen. Voor het kind is het spiegelbeeld een vreemde.
Het is niet anders als Jezus ons spiegelbeeld wordt. In Hem zien we onszelf, zien we wie we ten diepste zijn, zien we onze levensweg.
Maar ook voor ons is het niet vanzelfsprekend om dat spiegelbeeld te herkennen en het te aanvaarden. Iedere tijd, iedere mens wellicht, kijkt in de spiegel naar een andere Jezus. Onze tijd kijkt in de spiegel en ontdekt Jezus als diegene die goeddoende rondgaat, die recht doet aan kleinen en armen.
Heel veel christenen van vandaag herkennen in Hem hun eigen bezorgdheid om de naaste. Clara en Franciscus kijken met een eigen blik in de spiegel en zien er de arme en nederige Jezus. Zij herkennen in Hem hun keuze voor een arm en eenvoudig bestaan, weg van de op rijkdom en eer beluste samenleving waar ze uit trokken. De ellendige wereld, noemt Clara dat. Zij herkennen in de arme en nederige Jezus de grond van hun bestaan. En dat is niet vanzelfsprekend. Want Clara zegt:
Je kan de zalige armoede, de heilige nederigheid en de onuitsprekelijke liefde van Jezus alleen met Gods genade aanschouwen: jezelf herkennen in de arme en nederige Jezus verkrijg je niet door eigen inspanningen of verdiensten.
Het is een gave. Je moet vooral veel naar Hem kijken. Clara diept het spiegelbeeld uit: kijk naar het begin, zegt ze.
Het beeld van de spiegel voorkomt echter dat we de mystieke toer opgaan. Want spiegelen heeft te maken met erkennen en aanvaarden wie we echt zijn. Niet met wie we graag zouden zijn. Niet met wie we in onze dromen en verwachtingen zijn.
Spiegelen doe je immers om jezelf in beeld te krijgen. Vreemd genoeg zijn er delen aan onszelf die we zonder spiegel niet kunnen zien. In de spiegel ontdekken we bijvoorbeeld hoe ons gezicht er uit ziet. Zonder spiegel zouden we onszelf niet herkennen.
Ook onze achterkant, onze schaduwkant krijgen we zonder spiegel niet in zicht. De spiegel toont ons onze diepste eigenheid Ons leren identificeren met ons spiegelbeeld is niet vanzelfsprekend: een peuter moet leren om in dat kind dat haar tegemoet kijkt vanuit het spiegelbeeld ik te herkennen. Voor het kind is het spiegelbeeld een vreemde.
Het is niet anders als Jezus ons spiegelbeeld wordt. In Hem zien we onszelf, zien we wie we ten diepste zijn, zien we onze levensweg.
Maar ook voor ons is het niet vanzelfsprekend om dat spiegelbeeld te herkennen en het te aanvaarden. Iedere tijd, iedere mens wellicht, kijkt in de spiegel naar een andere Jezus. Onze tijd kijkt in de spiegel en ontdekt Jezus als diegene die goeddoende rondgaat, die recht doet aan kleinen en armen.
Heel veel christenen van vandaag herkennen in Hem hun eigen bezorgdheid om de naaste. Clara en Franciscus kijken met een eigen blik in de spiegel en zien er de arme en nederige Jezus. Zij herkennen in Hem hun keuze voor een arm en eenvoudig bestaan, weg van de op rijkdom en eer beluste samenleving waar ze uit trokken. De ellendige wereld, noemt Clara dat. Zij herkennen in de arme en nederige Jezus de grond van hun bestaan. En dat is niet vanzelfsprekend. Want Clara zegt:
Je kan de zalige armoede, de heilige nederigheid en de onuitsprekelijke liefde van Jezus alleen met Gods genade aanschouwen: jezelf herkennen in de arme en nederige Jezus verkrijg je niet door eigen inspanningen of verdiensten.
Het is een gave. Je moet vooral veel naar Hem kijken. Clara diept het spiegelbeeld uit: kijk naar het begin, zegt ze.
Kijk naar de armoede van Hem die in een kribbe gelegd is en in schamele doeken gewikkeld.
Ze verbaast er zich mateloos over dat de Heer van hemel en aarde in een kribbe gelegd is. Die afdalende nederigheid van de Allerhoogste kunnen wij niet navolgen.
Wij kunnen in het spiegelbeeld van het kleine kind wel onze eigen plek innemen: die van klein, kwetsbaar mensenkind dat naakt geboren wordt en voor altijd door anderen in doeken gewikkeld zal worden. In onze armoede hebben we niets van onszelf maar zijn we afhankelijk van anderen om in onze behoeften te voorzien.
Laat ons in die spiegel naar ons eigen begin kijken. We zijn naakt geboren, afhankelijk van anderen om ons met beeldspraak- in doeken te wikkelen. Dat is onze diepste armoede: we zijn een klein en kwetsbaar mensenkind en we zullen altijd op anderen moeten rekenen om in onze behoeften te voorzien. Wij moeten niet arm worden: we zijn arm. We zijn ten diepste kleine, kwetsbare wezens, levend uit de liefde en zorg van anderen.
Clara gaat verder:
Wij kunnen in het spiegelbeeld van het kleine kind wel onze eigen plek innemen: die van klein, kwetsbaar mensenkind dat naakt geboren wordt en voor altijd door anderen in doeken gewikkeld zal worden. In onze armoede hebben we niets van onszelf maar zijn we afhankelijk van anderen om in onze behoeften te voorzien.
Laat ons in die spiegel naar ons eigen begin kijken. We zijn naakt geboren, afhankelijk van anderen om ons met beeldspraak- in doeken te wikkelen. Dat is onze diepste armoede: we zijn een klein en kwetsbaar mensenkind en we zullen altijd op anderen moeten rekenen om in onze behoeften te voorzien. Wij moeten niet arm worden: we zijn arm. We zijn ten diepste kleine, kwetsbare wezens, levend uit de liefde en zorg van anderen.
Clara gaat verder:
Kijk naar het midden van de spiegel, naar de heilige nederigheid, de zalige armoede, de ontelbare inspanningen en ongemakken die Hij doorstaan heeft voor de verlossing van het menselijk geslacht.
Clara kijkt niet naar de successen die Jezus geboekt heeft. Die heeft Hij wel gehad. Hij had zich kunnen wentelen in roem en eer. Zieken genezen en doden doen opstaan. Je zou voor minder als heerser herkend worden. Hij zou met de grote mensenmassa' s die Hem volgden macht kunnen uitbouwen. Dat heeft Hij niet gedaan. Hij heeft zijn eigen weg consequent gevolgd. Het heeft Hem veel moeite en tegenstand gekost.
Maar Hij is zijn weg van armoede en nederigheid blijven volgen, zonder toegift, ten einde toe. Wij kunnen er, met Clara, de inspanning en moeite in zien die onze eigen weg ons gekost heeft. Het is moeilijk om te weerstaan aan de consumptiedrang van vandaag, bijvoorbeeld om niet mee te stappen op de weg naar rijkdom en aanzien en succes.
Wij gaan die weg met vallen en opstaan. Hij ging de weg helemaal. Voor de verlossing van het menselijk geslacht, zegt Clara. Jezus heeft ons inderdaad getoond dat eer, macht en roem niet de weg zijn die recht doet aan wie wij ten diepste zijn: klein en kwetsbaar mensenkind. In Zijn spoor kunnen wij onze kleine weg gaan als vrije mensen. Het moet niet beter, niet succesvoller of grootser.
Clara rondt de spiegel af:
Maar Hij is zijn weg van armoede en nederigheid blijven volgen, zonder toegift, ten einde toe. Wij kunnen er, met Clara, de inspanning en moeite in zien die onze eigen weg ons gekost heeft. Het is moeilijk om te weerstaan aan de consumptiedrang van vandaag, bijvoorbeeld om niet mee te stappen op de weg naar rijkdom en aanzien en succes.
Wij gaan die weg met vallen en opstaan. Hij ging de weg helemaal. Voor de verlossing van het menselijk geslacht, zegt Clara. Jezus heeft ons inderdaad getoond dat eer, macht en roem niet de weg zijn die recht doet aan wie wij ten diepste zijn: klein en kwetsbaar mensenkind. In Zijn spoor kunnen wij onze kleine weg gaan als vrije mensen. Het moet niet beter, niet succesvoller of grootser.
Clara rondt de spiegel af:
Kijk naar het einde van die spiegel:de onuitsprekelijke liefde waardoor Hij op het kruishout wilde lijden en daar de meest schandelijke soort dood wilde sterven.
Jezus is ver gegaan: tot in de schande en de dood. In deze spiegel kunnen wij onze mislukkingen, ons ziek zijn, onze tegenslagen, onze mislukte relaties... herkennen. Wie zijn we nog als ziekte of handicap op onze weg komen? Wat is ons leven nog waard als we onze job verliezen of als we mislukken in onze relaties en alleen komen te staan.
Spiegelend in Jezus herkennen we onze schijnbare mislukking en nutteloosheid. Hij nodigt ons uit om niets te verhullen, geen maskers op te zetten, ons niet weg te stoppen. Als kleine, kwetsbare mensen kunnen wij onze schamele beperktheid erkennen en ze leren aanvaarden.
Want in deze spiegel herkennen we ook heilige armoede en zalige nederigheid en onuitsprekelijke liefde. Deze goddelijke krachten dragen wij ook in ons. Ze maken ons in staat om te dragen wat we te dragen krijgen. In onze armoede kunnen wij die krachten in ons laten groeien en ontwikkelen.
Ze maken ons sterk en behoeden ons om de rol van slachtoffer op te nemen als de omstandigheden ons tegenzitten. Armoede, nederigheid - of willen we dat nu 'overgave' noemen - maken ons sterk. We kunnen dragen wat ons overkomt zonder eraan ten onder te gaan.
Deze Jezus leert ons ook kijken naar onze eigen eindigheid. Vroeg of laat gaan we dood. Dat is wellicht onze grootste armoede en het vraagt uiterste nederigheid, overgave om die te aanvaarden en er mee in te stemmen. De spiegel van de arme en nederige Jezus toont ons ten diepste wat het is: écht mens zijn.
Want Hij is dé Mens. Echt mens zijn heeft te maken met erkennen van onze fundamentele armoede om te leren er met overgave mee om te gaan. Erkennen dat we kleine, kwetsbare en eindige mensen zijn, is geen vanzelfsprekende weg. De verleiding is groot om ons te sieren met onze verdiensten, met ons bezit of met ons succes. Clara en Franciscus leren ons dat dit geen weg ten leven is. Recht doen aan wie we zijn is de weg volgen die de arme en nederige Jezus ons voorgeleefd heeft. Met Hem als spiegel mogen we mens zijn, zonder maskers, zonder opsmuk, en vooral, zonder angst.
We zijn vrije mensen die ons leven mogen dragen en leiden zoals het is. Kerstmis is het feest van mens worden. Dat kleine kwetsbare kind heeft het ons voorgedaan. Wij mogen ons in Zijn spoor laten meetrekken. Op weg naar de vrijheid.
Als dat geen verlossing is!
Spiegelend in Jezus herkennen we onze schijnbare mislukking en nutteloosheid. Hij nodigt ons uit om niets te verhullen, geen maskers op te zetten, ons niet weg te stoppen. Als kleine, kwetsbare mensen kunnen wij onze schamele beperktheid erkennen en ze leren aanvaarden.
Want in deze spiegel herkennen we ook heilige armoede en zalige nederigheid en onuitsprekelijke liefde. Deze goddelijke krachten dragen wij ook in ons. Ze maken ons in staat om te dragen wat we te dragen krijgen. In onze armoede kunnen wij die krachten in ons laten groeien en ontwikkelen.
Ze maken ons sterk en behoeden ons om de rol van slachtoffer op te nemen als de omstandigheden ons tegenzitten. Armoede, nederigheid - of willen we dat nu 'overgave' noemen - maken ons sterk. We kunnen dragen wat ons overkomt zonder eraan ten onder te gaan.
Deze Jezus leert ons ook kijken naar onze eigen eindigheid. Vroeg of laat gaan we dood. Dat is wellicht onze grootste armoede en het vraagt uiterste nederigheid, overgave om die te aanvaarden en er mee in te stemmen. De spiegel van de arme en nederige Jezus toont ons ten diepste wat het is: écht mens zijn.
Want Hij is dé Mens. Echt mens zijn heeft te maken met erkennen van onze fundamentele armoede om te leren er met overgave mee om te gaan. Erkennen dat we kleine, kwetsbare en eindige mensen zijn, is geen vanzelfsprekende weg. De verleiding is groot om ons te sieren met onze verdiensten, met ons bezit of met ons succes. Clara en Franciscus leren ons dat dit geen weg ten leven is. Recht doen aan wie we zijn is de weg volgen die de arme en nederige Jezus ons voorgeleefd heeft. Met Hem als spiegel mogen we mens zijn, zonder maskers, zonder opsmuk, en vooral, zonder angst.
We zijn vrije mensen die ons leven mogen dragen en leiden zoals het is. Kerstmis is het feest van mens worden. Dat kleine kwetsbare kind heeft het ons voorgedaan. Wij mogen ons in Zijn spoor laten meetrekken. Op weg naar de vrijheid.
Als dat geen verlossing is!