De genezing van de krekel - Toon Tellegen
De krekel keek naar de grond en was heel ernstig. Het grote en onwrikbare gevoel zat in zijn hoofd en duwde tegen de achterkant van zijn ogen. Au, dacht hij. Lange tijd dacht hij niets anders.
Aan het eind van de ochtend kwam de mier voorbij. 'Hallo krekel,' zei hij. De krekel keek op en zei: 'Hallo mier. Weet je wat ik heb? Een groot, onwrikbaar gevoel in mijn hoofd.' De mier bleef staan, fronste zijn wenkbrauwen en bekeek de krekel. De krekel had naar de hemel willen kijken en 'Ach ja...' willen zeggen, maar hij deed dat niet. 'Ik weet niet wat het is,' zei hij. 'Het knerpt niet en het gonst en piept ook niet. Maar het is wel heel zwaar.' De mier liep een paar keer om hem heen. |
Wanneer ik in mijn waarheid ga staan en mijn nood uitdruk, kom ik in een kwetsbare tussenruimte terecht. Ik toon de ander mijn ware gelaat, ongewapend en kwetsbaar. Niet wetend hoe die zal reageren.
Zal hij - zoals de mier - de wenkbrouwen fronsen, me van kop tot teen bekijken en onderzoekend om ons heen lopen? Wil hij weten wat mij echt bezwaart om samen een weg te zoeken naar de toekomst? Of wordt mijn waarheid miskend, mijn fundamentele nood genegeerd?
Je ware gelaat tonen, houdt ook een uitnodiging in voor de ander. Kom maar, zeg maar, ook ik wil jouw waarheid horen!
Kan ik mijn eigen noden herkennen en erkennen? Heb ik vrede met mijn eigen waarheid?
Durf ik mijn waarheid en mijn noden uiten naar anderen,
ook als ik bang ben om verkeerd begrepen of afgewezen te worden?
Kan ik ruimte maken voor het verhaal en de nood van de ander?
Zal hij - zoals de mier - de wenkbrouwen fronsen, me van kop tot teen bekijken en onderzoekend om ons heen lopen? Wil hij weten wat mij echt bezwaart om samen een weg te zoeken naar de toekomst? Of wordt mijn waarheid miskend, mijn fundamentele nood genegeerd?
Je ware gelaat tonen, houdt ook een uitnodiging in voor de ander. Kom maar, zeg maar, ook ik wil jouw waarheid horen!
Kan ik mijn eigen noden herkennen en erkennen? Heb ik vrede met mijn eigen waarheid?
Durf ik mijn waarheid en mijn noden uiten naar anderen,
ook als ik bang ben om verkeerd begrepen of afgewezen te worden?
Kan ik ruimte maken voor het verhaal en de nood van de ander?