Pelgrim en vreemdeling in deze wereld

In zijn regel omschrijft Franciscus
het leven van de minderbroeder :
“en als pelgrim en vreemdeling in deze wereld
die in armoede en nederigheid de Heer dienen
kunnen zij vol vertrouwen aalmoezen gaan vragen (...) 
Dat moge jullie erfdeel zijn
dat leidt naar het land van de levenden “ (RegMB 6, 2,5)

Wat is dat ‘land van de levenden’ dan
als je doorkoud op weg bent?

Het is een ‘thuis’
een plek waar warmte is
waar broeders bij elkaar welkom zijn
en zorg dragen voor elkaar.

​Zoals ook Clara het omschrijft:
“als een moeder haar lichamelijk kind
liefheeft en voedt
met hoeveel meer liefde moet iemand dan niet
haar geestelijke zuster liefhebben en voeden”( Reg Cl 8,16)